Wakker worden als een walvis die weet dat hij verwant is aan een nijlpaard misschien in het verleden poten heeft gehad of is het om het even: plankton of planten in de aarde. Het water om je heen of in een moeras drijven. Van walvistraan lampolie maken of van nijlpaardenhuid zonnebrandcrème. Is je hart groot genoeg om in te staan, om op te staan waar je ook strandt te leren lopen als een kind te vallen op een schoolplein, traanbuizen te onderbreken terwijl je de zon oranje kleurt die een moeder warm houdt om straks bij te huilen. Die je leert dat het heelal groter is dan een schoolplein, dat je je hart niet buiten moet laten wachten, dat de sterren daarvoor zijn. Een hart alleen aan een lange lijn kan worden uitgelaten rechtdoor meer dwangmatig is dan een optie om de wereld rond te gaan zonder links of rechts af te slaan. Ergens roept een moeder om thuis te komen er zijn teveel ruimtes om te slapen om te gaan nog voordat je in de knoop ligt zie je een ster vallen. Hoeveel satellieten heb je nodig om je plek opnieuw te bepalen wanneer je huis nog niet op Google Maps staat doe je de afwas in water van eigen merk. Handen ruw als schuursponsjes. Een snee in je huid de hele dag voelbaar. Je vraagt aan jezelf hoe het gaat en het gaat. Je vraagt niet door herhaalt de vraag alsof het antwoord zich daarop aanpast. Om te groeien moet je je schaven aan ongewervelden of krokodillen doormidden bijten, wentelen in je verleden tijd DNA bepalen, salto’s maken in oceanen of rivieren opstaan onder dezelfde zon met je huid de huid van een ander beschermen met je huid het donker van een ander dragen.
Dit gedicht is een van de twee gedichten die in de top 100 van de Prijs de Poëzie staat en in de bundel ‘Donzen Dromen’.