Meestal lieten we de moeder thuis, dan was er een punt om naar te zwaaien. Hoelang we zwaaiden lieten we afhangen van de wind. Samen met de schildpad mocht ik mee, alles woog zwaarder als je erover nadacht. Soms spraken we zachter om de richting niet te veranderen. Ik vroeg mij af of mijn vader wist of het heelal bol was of naar binnen gebogen. ‘oneindig,’ zei hij dan, verder kwam hij niet. de afstand die je aflegde was niet hemelsbreed maar of je ergens anders was vergeten.
Trots ben ik op mijn vriendin en collega Lisette Eisenga. Vanaf 4 februari tot en met 7 maart 2014 exposeert zij haar schilderijen in de Bibliotheek Nieuw-Vennep. Het kleurgebruik en de lege huisjes prikkelen mij regelmatig om haar beelden te bewonen met woorden. Toen ik het kunstwerk ‘Vliegvakantie’ zag, schreef ik het volgende gedicht.