We wassen inktvissen in plastic regentonnen
drogen ze op het strand waar schildpadeieren
begraven liggen.
We mogen geen schepen bezitten
voor het geval we wapens importeren
trekken steeds verder weg uit het noorden:
gouden tempels, winkels met neon letters,
nummerborden waarop onze taal met teer bedekt is.
Soms lukt het de vijand in slaap te wiegen
eten we met voorbijgangers tot ons accent verschijnt
slaan we de ananas over
waar Nederlanders met zijden kousen
ons vrijheid beloofden voor kaneel en olifanten
waar Engelsen theeplantages stichtten
ruiken we naar as van zwarte dagen in juli.
De lucht hangt als een uitgeknepen vaatdoek om ons heen
met zwarte beits schrijven we slogans op muren:
ons eiland is ons eiland niet meer.
In mijn borstkas breekt een zeeschildpad uit zijn ei
zoekt naar de branding voor de zon opkomt.
Mijn bruine lijf wordt steeds lichter
een ander continent nestelt zich in mij, rekt zich uit.
Jij wacht op de wind, legt inktvissen op het strand.
Ze veranderen van kleur als er gevaar dreigt.
Jouw huid is hetzelfde gebleven.
Stukken eierschaal schuren tegen mijn ribben.
Ik verzin een oceaan die jou elke dag aanraakt.
Het gedicht ‘Fragmentatie’ staat in de top 100 van de Gedichtenwedstrijd van Prijs de Poëzie. Totaal waren er bijna 6000 inzendingen. Het gedicht is tot stand gekomen tijdens een project i.s.m. Alara Adilow over de VOC in Sri Lanka.