De tafel kleeft aan mijn handen. Iemand is nuchter naar huis gereden, dat stelt me gerust. Je had langer kunnen blijven, de restjes van het feest met mij kunnen delen. Ik zoek je in de lege wijnflessen, de afspeellijst, de korsten van de camembert. We zijn vergeten om elkaar te leren kennen, ook al worden we niet ouder, ik blijf het vieren.
Deze week is het gedicht ‘Feest’ gepubliceerd in Het Gezeefde Gedicht. Feest gaat over een goede vriendin die 11 jaar geleden overleed. Maar ook vandaag is er geen feest. Ik denk aan de mensen in Parijs en in Beiroet.