Er zijn momenten dat je constant in beweging blijft alsof je de tijd geen ruimte geeft om voor te lopen, het liefst ren je door of stap je in de trein. Daar kan de stad niet tegen op. Zij hangt om je heen met haar fabrieken en parken. Jassen glijden langs je netvlies, verliezen hun mouwen om wodkaflessen in te bewaren. Ik heb je durven dromen. We sliepen onder sneeuwlagen, zagen goudsbloemen twijfelen of de grond in beweging kwam of dat de winter in onze lijven was gebleven.